damwoude

François HaverSchmidt

Lambertus en Gerrit Vlaskamp hebben beide gewerkt aan de tuin van de pastorie in Damwoude. Lambertus in 1844, Gerrit in 1881. De tuin is nog ouder, want in 1872 schreef François Haverschmidt (1835-1894) al vol liefde over deze tuin in FAMILIE EN KENNISSEN. Hij was een kleinzoon van dominee François Bekius en hij ging omstreeks 1840 geregeld logeren in Dantumawoude, zoals het dorp toen nog heette: ‘Adam en Eva hebben in geen weelderiger lustoord hun onschuld genoten- en verloren, dan waarin ik de augustusmaanden van mijn vierde tot mijn achtste jaar doorbracht. Vlak voor het huis, temidden van een uitgestrekt plein, met kiezelzand bestrooid, stond een reusachtige linde. Rondom haar dikke stam had men een bank gemaakt en daar zie ik mijn grootvader en grootmoeder nog zitten, des avonds bij de thee. Wat was het daar stil, vergeleken bij het gewoel in de stad, en wat was de zoele lucht vol geuren van de reseda en de kamperfoelie’. Hij vroeg zich af of hij de tuin niet romantiseerde: ‘Die diepe gracht met twee heusche bruggen, waardoor de appel- en perenhof, de onvergetelijke kerse- en pruimeboomen, de aalbessen en kruisdorens, de moesbedden en wat heerlijkheden al niet meer, van het bleekveld en de met rozen omzoomde slingerpaden waren afgescheiden, was het wel veel meer dan een vies kikkerslootje, dat in den zomer louter weeke modder bevatte? Die eindelooze schuttingen met perziken, abrikozen en morellen, – de verboden boomen van mijn paradijs, dat mijn zusjes en broer met mij deden snakken naar de groote vacantie, waren ze echt wel zo eindeloos? En die berg met dat prieeltje, waar wij reeds vroeg alle vrees voor spinnen en oorwormen leerden afleggen, was het wel zoo duizelingwekkend hoog als zijn naam zou doen denken, en als hij ons ook werkelijk voorkwam wanneer wij er in vollen ren afstoven? Doch wat bekommer ik mij over de prozaïsche waarheid? In ieder ander geval wil ik haar gaarne boven de schoonste verdichting stellen, maar als ik aan de pastorie van mijn grootvader denk, dan geef ik een voorkeur aan de betoverende verbeelding mijner jeugd’.

haver

foto boven: De boom voor het huis van de pastorie in Dantumawoude getekend door J.Hoynck van Papendrecht. ( afb. uit Familie en Kennissen, Collectie Tresoar)

foto beneden: Een portret van François HaverSchmidt door Thérèse Schwartze (1851-1918), Uit ‘Familie en Kennissen’, Collectie Tresoar)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *